GIGOS Spotlights Ugur
Jongerenwerker Ugur was zelf als kind vaak te vinden bij GIGOS. Als tiener groeide hij naar eigen zeggen op in de jeugdhuizen. Vrijwilligerswerk was dus een logische volgende stap. In 2015 startte Ugur zijn professionele carrière bij het GIGOS-team. “Ik begon hier met enkele doelen die ik voor mezelf had vastgelegd”, opent Ugur. “Eentje daarvan was zelfstandig een groep onder mijn hoede kunnen nemen. In 2022, het jaar na de coronaversoepelingen, werkten we rond een kleinschalig project: ‘Discover Genk’. Want zeker in die periode zat iedereen continu binnen. De jongeren kenden zelfs hun eigen wijk niet! Vanaf dan stond elke woensdag in het teken van Genk ontdekken. Er werd iemand geblinddoekt en die mocht een willekeurige plaats op de kaart aanduiden. Vervolgens stapten we in het busje om die plek te gaan verkennen.”
Grenzen verleggen
Maar al snel werd Genk te klein. “De vele wandelingen op de terrils zorgden ervoor dat we gefascineerd raakten door het mijnverleden. Een goede aanleiding om de andere mijnstreken, zoals Maasmechelen en Beringen, te gaan verkennen. Vervolgens trokken we naar de zandgroeve van Oudsbergen. Tijdens een weekendje Ardennen ontstond het idee om ooit een reis naar het buitenland te organiseren.”
“Ik merkte dat de jongens minder naar het jeugdhuis afzakten. Dat is normaal: zeventienjarigen beginnen stilaan met werken, krijgen een vriendin, … Een buitenlandse reis leek me een mooie manier om hun traject bij GIGOS mee af te ronden. Maar ik wilde natuurlijk wel iets waardevols meegeven. Toen ik vroeg wat ze wilden doen, klonk het: zon, zee, strand. Ik heb snel duidelijk gemaakt dat ze daarvoor niet bij mij moesten zijn”, lacht Ugur. “Ons Discover Genk-concept, te voet op verkenning gaan, leek me wél een ideale basis. Zo ontstond het idee om de Lycia Yolu te doen, een vierhonderd kilometer lange trail aan de kust van Antalya, Turkije. Je kunt zelf perfect een traject uitstippelen met tussenstops in kleine dorpjes. En eigenlijk stond dat al jaren op mijn eigen bucket list.”
Serieuze voorbereidingen
Een groep met een plan dus. Al werd snel duidelijk dat de voorbereidingen heel wat voeten in de aarde zouden hebben. “We wilden met een groepje van zes jongens vertrekken. Dat was ook voor mij als begeleider haalbaar”, vertelt Ugur. “De selectie gebeurde op basis van het getoonde engagement: wie sterk betrokken was bij onze werking, mocht mee. Het voortraject, minstens even belangrijk als de eigenlijke reis, bestond uit drie grote onderdelen. Eerst en vooral was er het financiële luik. Want er moest natuurlijk geld in het laatje komen. We werken met kansengroepen, dus ik wilde de jongeren niet financieel onder druk zetten. Daarom deden we van oktober tot juni inzamelacties om de reis te financieren. We richtten een minionderneming op en gingen overal helpen: van events in Genk tot onderhoudsklusjes in onze eigen werking. Daarnaast deden we ‘typische’ dingen, zoals een wafelverkoop.”
In plaats van de voorziene vijfentwintig graden, zouden we wandelen bij een temperatuur van dertig à veertig graden.
Extra uitdaging
Maar de tocht zou nog wat zwaarder worden dan voorzien. Er ging alleszins een pak meer gezweet worden. “We zaten in de nasleep van corona, en er heerste veel onzekerheid. Elke week veranderden de maatregelen. We wilden in april afreizen, omdat het weer dan nog niet té heet was, maar op dat moment gold er een negatief reisadvies. De trip werd dus noodgedwongen uitgesteld tot juni. De voorziene vijfentwintig graden liepen daardoor vlotjes op tot dertig à veertig graden. We vertrokken net na de examens, twee dagen voor de rapporten. De jongens zouden in Antalya horen of ze al dan niet geslaagd waren. Vielen de punten tegen, dan hadden ze tenminste hun reis al gehad”, lacht Ugur. “Gelukkig vielen die goed mee!”
Authentieke beleving
“We kozen bewust niet voor de grote hotels, maar voor kleine, lokale pensions met een unieke beleving. Zo lunchten we op een bepaald moment met onze voeten in stromend water. In Antalya verbleven we wel in een echt vakantieresort: zo werden de inspanningen van de jongens beloond met een beetje zon-zee-strandvakantie”, lacht Ugur. “De reis verliep op zich heel goed, al hadden we natuurlijk af en toe discussies. Maar die moet je als begeleider ook kunnen plaatsen. De jongens zijn moe, hebben honger en dorst, zijn overprikkeld door de hitte, … Met een luchtige, speelse aanpak raakt alles snel uitgeklaard. De stilste jongen van de bende had er op een bepaald moment echt genoeg van. Hij begon plots op alles te vitten. ‘Ik haat bergop, ik haat bergaf, ik haat rechte stukken’, daar hebben we samen goed om gelachen. Het werd zo’n beetje de running joke: iedereen haatte alles.”
Discussies? Jazeker. Maar die werden snel uitgeklaard.
Mooiste moment
“Er zijn zoveel momenten die me zullen bijblijven, ik kan er een boek over schrijven”, zegt Ugur mijmerend. “De kans dat de jongens uit zichzelf zo’n tocht zouden ondernemen, is klein. Het was dus een unieke ervaring, iets waar ze altijd op kunnen terugkijken. Dat bevestigden ze achteraf ook. Maar een van mijn mooiste herinneringen is het moment waarop de jongens enthousiast werden over het wandelen zelf. Want, geloof me, in het begin werd er heel wat gemopperd. Tot we op een plek stonden waar enkele jaren geleden de bosbranden lelijk hadden huisgehouden. In de schaduw van een indrukwekkende boom klonk het plots: ‘Wow, eigenlijk is het wel heel sjiek wat we doen’. Dat kwam binnen.”
De eerste inleefreis was een groot succes en voor herhaling vatbaar. Deze maand reist een nieuwe GIGOS-groep naar de Lycia Yolu.
Het verhaal van Ugur is ook in posterformaat beschikbaar, dit vind je hieronder terug.
Download het verhaal hier