GIGOS Spotlights Georges Comhair
Georges zette veertig jaar geleden zijn eerste stappen in het jeugdwelzijnswerk. Daarmee was hij een van de grondleggers van de sociaal-artistieke werking. In de jaren tachtig, op z’n zachtst gezegd, een stevige uitdaging. “In het begin kwam de halve wijk over de vloer”, opent Georges. “Er viel hier dan ook verder niks te beleven. Sledderlo was gebouwd als ‘slaapstad’ voor de omliggende industrie. Maar die is nooit zo groot geworden als gepland. De inferieure huurwoningen gingen naar de migranten van de mijn. Die hadden vaak een moeilijke achtergrond: veel kinderen, sociale problematieken, vervangingsinkomens, … Al die mensen samen, dat gaf problemen. Veel jongens gingen rondzwerven, met als gevolg bendevorming en een zware drugproblematiek. Eigenlijk keek er geen kat naar die jongeren om. Vandaag is dat gelukkig helemaal veranderd, maar het is wel belangrijk om te schetsen vanwaar we komen.”
De eerste kennismaking
Maar de inmenging van ‘buitenstaanders’ in de wijk verliep uiteraard niet zonder slag of stoot. “Ik ben hier terechtgekomen via mijn oudere broer William en zijn beste vriend René, beiden pioniers van het eerste uur én mijn grote voorbeelden. Ze deden hier beiden hun burgerdienst. Sledderlo was voor mij een totaal andere wereld, want ik kwam uit een klein dorp. Maar ik zat in de jeugdbeweging en had wel zin voor avontuur. Toen hij me meevroeg, zag ik dat dus wel zitten. De eerste keer gingen we voetballen met de mannekes. Dat ging goed, maar op een bepaald moment stonden er drie iets oudere gasten aan de zijlijn. Een van die mannen zei plots: ‘Stoppen met voetballen, jongens’. Hij pakte de bal af en begon op zichzelf wat te sjotten. In mijn jeugdig enthousiasme nam ik de bal terug, waarna het drietal afdroop. Later bleek dat dus de lokale ‘bendeleider’ te zijn. Voor hetzelfde geld had ik een vies pak slaag gekregen. Tot zover mijn introductie!” (lacht)
“Ik vertel nu natuurlijk alles vanuit mijn oogpunt, maar we werkten in een team van zes medewerkers. Alleen krijg je niks voor elkaar”, gaat Georges verder. “De eerste jaren hoorden we vaak ‘Wat komt ge doen, jong?’. Ik dacht vaak: dat hou ik geen vijf jaar vol. Maar dan begin je plots te connecteren met de jongeren én kansen te detecteren. Die gave heb ik doorheen de jaren sterk ontwikkeld. Want er hing op de straat ook een heel positieve energie. We werkten – en eigenlijk is dat nog steeds zo – vanuit een bezieling. We koppelden ons hele leven hieraan. Onze projecten vergden een groot engagement van beide kanten. Daarom is en blijft in verbinding gaan met de jongeren een absolute noodzaak. Je moet commitment tonen, anders word je niet aanvaard en krijg je onmogelijk voet aan de grond. Daar kruipt enorm veel tijd in. Je moet ook je eigen referentiekader loslaten. Het belerende vingertje werkt hier niet. Als je iets niet goedkeurt, stel je er iets tegenover. Kom, we gaan geen brommerkes meer stelen, maar leren steltlopen of vuurspuwen.”
Het belerende vingertje werkt niet
Internationale festivals …
En dat het sociaal-artistiek atelier een succes wordt, mag blijken. De straattheaterprojecten krijgen enorm veel bijval en het gezelschap gaat zelfs op tour. “Dat klopt”, knikt Georges. “We speelden op festivals in binnen- en buitenland, gaande van Japan, Brazilië, Cuba en Peru tot Engeland en Spanje. Ook Pukkelpop en Theater op de Markt hebben we gedaan. Ik heb daaraan enorm goeie herinneringen, dat was een zotte periode.” Maar het internationale verhaal wordt slachtoffer van zijn eigen succes. “We moesten op een bepaald moment kiezen: ofwel een volledig nomadisch bestaan als artiesten leiden, ofwel de werking hier verderzetten. We hebben voor het laatste gekozen.”
… en kleine overwinningen
Maar het zijn niet alleen de grote verwezenlijkingen waar Georges graag op terugblikt, ook heel wat kleinere gloriemomenten zullen hem altijd bijblijven. Zoals Kunstbende, waar voornamelijk Vlaamse jongeren aan meededen. “Ik schreef elk jaar een groepje jongens in. Die hadden vaak totaal geen interesse in theater. Maar als we een podiumplaats behaalden, stonden ze te stralen! Die fierheid was heel bijzonder, omdat onze jongeren vaak gestigmatiseerd werden. Om dat te bereiken, is die verbinding weer zo belangrijk. Want al hadden ze geen idee van wat er ging komen, toch schonken ze me hun vertrouwen: met Georges erbij komt het wel in orde.”
Vriendschap als rode draad
Om de jongeren te engageren, moesten Georges en zijn team vaak alles uit de kast halen. “Ideaal daarvoor waren de survivalkampjes”, legt Georges uit. “Daar leerden de jongeren op een andere manier met elkaar omgaan, want ze hadden elkaar nodig. We streefden ernaar om ze vrienden te laten worden om de juiste waarden. Die stonden soms ver van de gang van zaken op straat. Die kampjes komen nog vaak terug als er herinneringen worden opgehaald over vroeger. Maar natuurlijk loopt het niet altijd zoals gepland. Soms belanden jongeren door omstandigheden – en hun eigen foute keuzes – toch op het slechte pad. Dat is heel hard. Maar dan denk ik aan de uitspraak van een collega: “Het minste wat we kunnen doen, is een fijne herinnering meegeven. Daar kunnen ze altijd op terugkijken.”
Het minste wat we kunnen doen, is een fijne herinnering meegeven
Momenteel zitten Georges en zijn team volop in de voorbereidingen voor de O-Parade (Genk) en Zinneke (Brussel). “Zo’n traject is heel intensief, niet alleen voor de kinderen, maar ook voor de begeleiders. Het loopt over verschillende maanden en we vinden het heel belangrijk dat iedereen inbreng heeft. Momenteel zijn er 28 jongeren aan de slag, waarvan één jongen! Die houdt het toch goed vol. (lacht) Zowat alle jongeren lopen op stelten, gaande van 40 tot 120 centimeter. Dat vergt heel wat oefening. Zo’n parade duurt anderhalf tot twee uur, da’s niet gelachen. Daarom trainen we wekelijks met vier verschillende kleine groepjes. Ook onze kostuums maken we allemaal zelf, een massa werk!”
De impact van jeugdwelzijnswerk/GIGOS
Of Georges soms reacties krijgt van zijn vroegere deelnemers? Absoluut. “Het verbaast me soms hoeveel mensen zeggen dat we echt een impact op hun leven hebben gehad. Ook personen waarvan ik het totaal niet verwachtte. Want, geloof me, soms was het allesbehalve gemakkelijk. Als je tegen de jongeren moet ingaan, en hen een spiegel voorhouden. Dat komt hard binnen bij pubers. Maar veel van de jongeren van vroeger zijn intussen zelf ouder. ‘Mijn papa kent u nog van vroeger’, klinkt het de laatste jaren vaak. “Dat vind ik fijn. Schitterend toch, dat het verhaal wordt verdergezet?”
Het verhaal van Georges is ook in posterformaat beschikbaar, dit vind je hieronder terug.
Download het verhaal hier